Een beetje geschiedenis…

Het graafschap Salm ontstond bijna 1000 jaar geleden. Een exacte datum hebben we niet, maar we weten dat hier ruim 4000 jaar geleden al mensen woonden. Deze mensen hebben weinig sporen van hun doortocht achtergelaten; enkele stenen bijlen, dat is het zowat. Later, omstreeks 500 vóór Christus, kwamen de Kelten. Die hebben wél sporen achtergelaten die de eeuwen doorstonden, zoals dit afgeschermde kamp. De eerste wegen werden overigens ook door hen aangelegd. Enkele eeuwen later kwamen de Romeinen naar hier, nadat zij de Kelten overwonnen en onderworpen hadden. Tijdens de grote Germaanse migraties vanaf de 4e en 5e eeuw, vestigden zich hier vervolgens de Franken. Onder de Merovingische en Karolingische koningen maakte de streek eeuwenlang deel uit van ‘de Pâquis’, de grote domeinen die we van de Romeinen hadden geërfd.

In het jaar 1000 duikt het graafschap Salm op, met aan het hoofd Comes Gisilbertus de Salmo, de eerste graaf van Salm die we kennen. Het graafschap kent machtige buren: in het noorden en het westen het abdijvorstendom van Stavelot, dat al vier eeuwen eerder werd opgericht door de heilige Remaclus. In het zuiden liggen koninklijke gronden, en in het oosten de heerlijkheid Sankt-Vith, een Luxemburgs leen. Het graafschap is klein, maar dat zal de graven van Salm niet beletten om ongewoon doortastend te werk te gaan om hun macht en faam in heel Europa te vestigen. Hier zie je bijvoorbeeld Nicolas van Salm die in 1529 de Turken versloeg in Wenen. Enkele jaren eerder, op zijn 17e, wist hij de Franse koning Frans 1 te verwonden in de Slag bij Pavia.

Omstreeks 1150 werd een eerste kasteel gebouwd op de vooruitgeschoven rotspartij tegenover de huidige kerk van Vielsalm. De graven dromen echter van aanzien, ruimte en macht. Omstreeks het midden van de 14e eeuw wordt een nieuw kasteel opgetrokken op een iets zuidelijkere, strategisch beter gelegen heuvel. Om verwarring met het eerste kasteel te vermijden, wordt de nieuwe vesting Nova Salma genoemd. Met de jaren verandert deze naam naar Salmchâteau. Het oude kasteel van Salm heet uiteraard Vetera Salma of Vieille Salme (oud Salm) en tot slot Vielsalm. In 1451 behoort het domein van Salm en Ardenne tot de bezittingen van de heren van Reifferscheid in Westfalen. Zij laten het beheer over aan hun hoge officieren. De tijd van pracht en praal is voorbij … Het kasteel geraakt geleidelijk in verval. Tijdens WO II gebruikten de Amerikaanse soldaten stenen van de ommuring om de wegen op te hogen. De twee middeleeuwse torens van de toegangspoort werden in 1946 gerestaureerd en zijn de enige overblijfselen van het kasteel.

Het woud en de ontginning van hout: een van de rijkdommen van de Salmstreek

Het graafschap was (en is) mooi, maar het leven was er hard! Het klimaat is ruw en de grond niet bepaald vruchtbaar. De ontginning van hout uit de bossen leverde de dorpelingen slechts een mager inkomen op.

Toch stond die houtontginning altijd centraal in de activiteiten van de ‘Salmiens’. Het grondgebied van de gemeente bestaat voor bijna 60 % uit bossen. Het gaat vooral om gewone spar, lariks (lork), grove den (pijnboom) en douglasspar. In de 17e en 18e eeuw bleef er van het woud haast niets meer over. In die tijd werd enorm veel hout gehakt om te bouwen, zich te verwarmen, ijzer te smelten, … De opkomst van de industrialisering maakte de ramp compleet. Het werd nog erger: toen de legers van de Franse Revolutie oprukten, vreesden de mensen de inbeslagname van hun woud: alles werd omgehakt: in de wijde omtrek was geen are bos meer te bespeuren. Zelfs de duivel zou het moeilijk hebben om zich te verbergen in wat er overbleef van ons mooie woud. In de 19e eeuw vond met succes een weldoordachte herbebossing plaats dankzij de methode-Turner. Deze Turner was ingenieur bij ‘Waters en Bossen’. Hij vermengde loof- en naaldboomsoorten met het vermogen zich op natuurlijke wijze te regenereren. Om de te duchten kaalslagen te vermijden predikte hij het gerichte rooien van bomen.

Vandaag strekt het ‘Parc d’Activités Économiques’ (bedrijvenpark) in Burtonville zich uit over 49 ha. Het ligt tussen Petit-Thier en Ville-du-Bois en heeft twee hoofdtoegangen via de N675. Vier ondernemingen zijn er actief, alle vier in de houtsector:

  • CIBB – centrum voor het impregneren van hout
  • IBV & Cie – houtzagerij en houttransformatie; fabricage van pellets
  • JDA Forest – houtafknotting
  • Unilin – fabricage van MDF en gestratificeerd parket.

Samen zijn deze vier ondernemingen goed voor bijna 600 banen. Dit bedrijvenpark wordt beheerd door de intercommunale Idelux-AIVE.

In het woud zetten de exploitanten Ardense trekpaarden in om hout weg te slepen en af te voeren, zeker waar moderne machines geen ruimte hebben of de bodems te veel zouden beschadigen.

Als dit thema je boeit, ontdek dan ook ons ‘Natuurpad in Vragen’ en bezoek So Bechefa en zijn arboretum in de staatsbossen van Le Grand-Bois.

Info@vielsalm-tourisme.be

Avenue de la Salm, 50

6690 Vielsalm

+32 (0)80 21 50 52